Veiligheidstips

Apparaat in geen geval "niet-bedoeld" gebruiken.

De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een persoon zoals beschreven in deze handleiding.

Gevaar door elektrische schok.

  1. Bij alle werkzaamheden aan de ventilator de voedingsstroomkringen vrijschakelen, tegen opnieuw inschakelen beveiligen en de spanningsloze toestand constateren.
  2. Breng een waarschuwingsbord zichtbaar aan.
  3. Zorg ervoor dat er geen explosieve omgeving aanwezig is.

Explosiegevaar bij een verkeerde invoer van de leidingen in de aansluitdoos.

Beschermingsgraad niet gegarandeerd.

  1. Beschermingsgraad door een reglementaire invoer van de leidingen in de aansluitdoos veiligstellen.

Explosiegevaar bij gebruik met niet compleet gemonteerd apparaat en bij niet reglementair beveiligde luchtin- of uitlaat.

  1. Het gebruik van de ventilator is uitsluitend bij een compleet gemonteerd apparaat en met aangebrachte beveiligingsvoorzieningen (EN 60529) voor het luchtkanaal toegestaan.
  2. Apparaat en buisleidingen moeten tegen aanzuiging van vreemde voorwerpen worden beschermd.

Explosiegevaar/gevaar voor verwondingen door verkeerd gemonteerde of naar beneden vallende ventilator.

  1. Wand- en plafondmontage uitsluitend op wanden/plafonds met voldoende draagvermogen en groot genoeg bemeten bevestigingsmateriaal verrichten.
  2. Het bevestigingsmateriaal dient door klant zelf beschikbaar gesteld te worden.
  3. Bij het inbouwen het bereik onder de montageplaats van personen vrijhouden.

Explosiegevaar door verkeerde afstelling.

De draaiende onderdelen van de ventilator zijn in de onze fabriek afgesteld.

  1. Het apparaat mag daarom niet uit elkaar worden gehaald. Een uitzondering op deze beperking vormt het tijdelijk verwijderen van het deksel van de aansluitdoos tijdens de installatie van het apparaat.